Grasziekten

In gras kunnen verschillende grasziekten en grasplagen voorkomen. Welke dat zijn, is vooral afhankelijk van het weer. Het tijdig onderkennen van grasziekte of grasplaag en het stellen van de juiste diagnose kan ertoe leiden dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen* tot het strikt noodzakelijke beperkt blijft. Bestrijden van de grasziekte of grasplaag is op deze manier niet alleen financieel voordeliger, maar spaart bovendien het milieu.

*Op gazons en speelweiden, die regelmatig publiekelijk worden gebruikt, kan een behandeling met een chemisch middel voor het bestrijden van een grasziekte of grasplaag in de regel niet worden uitgevoerd. Dan moet men zich beperken tot doorzaaien, beregenen, rollen van graszoden bij aantasting door insecten en aangepaste bemesting bij schimmelaantasting.

Soorten grasziekten:

Rouwvliegenlarven

Larven van langpootmuggen. Grijze-grauwe, pootloze larven zonder duidelijke kop houden zich overdag onder de grond schuil en komen ’s-nachts boven de grond. Ze vreten zowel aan de wortels als aan de plantdelen van de graszoden boven de grond.

Aantastingsbeeld
Het gras sterft af, de graszode komt los te liggen en er ontstaan kale plekken. Vaak is de grasspruit vlakbij de grond doorgeknaagd en zijn de wortels aangevreten.
Schade ontstaat ook mede door het lospikken van de graszode door kraaien en meeuwen die op zoek gaan naar de emelten

Rouwvliegenlarven

Tot 1 cm. lange, grauwe-bruine pootloze larven met zwart-bruine kop vreten aan de wortels van de graszoden. Zij leven vrij oppervlakkig in de grasmat en komen niet boven de grond. Toepassen van compost werkt vaak een aantasting van de rouwvlieg in de hand. Voeden zich met dode plantenresten. Als de populatie te groot wordt, vreten ze ook de levende planten aan.

Afgevreten wortels en plantdelen van graszoden, gevolgd door plekswijze afsterving van het gras.

Engerlingen

engerlingen_2

Engerling is een larve van de kevers die tot de familie bladsprietkevers behoort (meikever, junikever, rozekever) Vuil-witte larven met duidelijke oranje-bruine kop, zes poten en een zakvormig geel-wit achterlijf, vreten aan de wortels van de graszoden. Bij sterke aantasting kan de grasmat, die los ligt, als een graszode worden opgetild.
Afgevreten wortels van grasplant. graszode komt los van minerale ondergrond. In de periode tussen juli en september kan de vraatschade zulke vormen aannemen dat hele delen van het gazon afsterven.

 

Regenwormen

Vormen kleine, modderige zandhoopjes die in het voorjaar en de herfst op het gazon ontstaan.
Regenwormen brengen het gazon geen schade toe. Het zijn nuttige organismen die de structuur van de bodem bevorderen. De hoopjes die ze achterlaten, kunnen gemakkelijk verspreid worden.

597px-Regenwurm1

Onkruiden

Bestrijden met de daarvoor toegelaten middelen.

Sneeuwschimmel (fusarium nivale)

 

sneeuwschimmel_1

 

 

 

Aantastingsbeeld
Aantasting van de graszoden vooral in herfst en najaar maar soms ook in het voorjaar. Sneeuwschimmel begint met kleine waterige plekken van 4-6 cm groot. De geel-oranje bruine vlekken hebben een donkerbruine rand en kunnen uitbreiden tot wel 25 cm. Bij hoge luchtvochtigheid (dauw of mist) ziet men grijs/roze schimmelpluis in de aangetaste plekken op de graszoden. Onder de sneeuw gaat de ziekte gewoon door.

Meeldauw (Erisyphe graminis)

Schimmelziekte. De bladeren zijn in meer of mindere mate bedekt met wit schimmelpluis,
dit wordt later grauw van kleur. In dit schimmelpluis bevinden zich zwarte puntjes. De
aangetaste bladeren sterven af. Meeldauw treedt vooral op bij hoge luchtvochtigheid in nazomer en voorjaar.
Activiteit van de meeldauw neemt af naarmate de buitentemperatuur daalt.

Bladvlekkenziekte (Drechslera poae)

bladvlekkenziekte_1

 

 

 

De ziekte kenmerkt zich door het verschijnen van kleine, waterige bruine vlekken op de
bladeren van de graszoden die kunnen uitgroeien tot grotere vlekken of tot netvlekken. Eveneens treedt een
vergeling van de bladpunten op. De ziekte manifesteert zich vooral in de herfst en het
voorjaar, wanneer de groeiomstandigheden voor de graszoden niet optimaal zijn. Ook kan
aantasting aan de bladschede of wortelhals optreden waardoor planten kunnen wegvallen.
Maaien en afvoeren van het gras in de herfst kan de aantasting in het voorjaar beperken.

Voetrot (Gerlachia nivalis; Fusarium spp.)

Deze schimmel komt geregeld in Nederland voor en kan bij ernstige aantasting grote schade in de graszoden
doen ontstaan. De eerste symptomen bestaan vaak uit kleine plekken die nat en geelbruin tot
donkerbruin gekleurd zijn, deze kunnen zich snel uitbreiden. Aan de randen kan een zone met wit schimmel te zien zijn. De schimmel kan zich onder sneeuw uitbreiden over de graszoden, waarbij de schade
pas zichtbaar wordt als de sneeuw verdwenen is. Hoewel de schimmel zich meestal manifesteert van herfst tot voorjaar, kan ook in de rest van het jaar aantasting optreden, bijvoorbeeld tijdens een natte, warme zomer.

Bruine vlekkenroest (Puccinia brachypodii)

bruine_vlekkenroest_1

 

 

 

 

Manifesteert zich vooral bij veldbeemdgras. De aantasting kan vanaf april verspreid in het gewas optreden. Op de bladeren worden bruine, ronde sporenhoopjes gevormd. Bij ernstige aantasting zijn ook de bladschede, stengel en pluim aangetast.

Oranje-strepenroest (Puccinia poarum)

Deze ziekte komt eveneens voornamelijk voor bij veldbeemdgras. De aantasting komt pleksgewijs voor (mei/juni). Oranje-strepenroest is te herkennen aan geel-oranje vlekjes op de bladeren, die als strepen over het blad gaan. De schimmel kan ook de bladschede, stengel en pluim aantasten.

Kroonroest (Puccinia coronata)

Aantasting door kroonroest treedt meestal pas vanaf eind juni op tot in de herfst. Verspreid over het blad liggen oranje sporenhoopjes. De stengel en de bloeiwijze worden niet aangetast.
Kroonroest komt voornamelijk voor bij Engels raaigras.

Rooddraad (Laetisaria fuciformis)

rooddraad_1

 

 

 

 

Het meest opvallende kenmerk van de schimmelziekte rooddraad is de aanwezigheid van roze tot roodgekleurde draden aan de bladhalmen van aangetaste bladhalmen. De aantasting treedt vooral op in zomer en herfst. Vooral graszoden van roodzwenkgras kunnen door deze schimmelziekte worden aangetast. Het gras gaat echter zelden dood.
Komt vaak voor na zware regenval; grond heeft gebrek aan stikstof, of de grond is dichtgeslagen.

Paddestoelen

paddestoelen

 

 

 

 

Er vormen zich twee kringen in de graszoden van zeer weelderig groen gras, de een binnen de ander, soms verscheidene meters in doorsnede. Het gras tussen deze twee kringen sterft af. Hierna verschijnen paddestoelen aan de buitenkant van de kring. In het midden van de kring zit een witte schimmel in de grond.
De meeste paddestoelen veroorzaken weinig schade. Heksenkringen verstoren de groei van het gras. Ze hebben ondergrondse schimmeldraden en verspreiden zich door sporen die met de wind overgebracht worden.
Gewone losse paddestoelen in het gazon ontstaan onder vochtige omstandigheden en een stikstof-rijke grasmat. Dit is een

Adres

Kruisstraat 52,
6171GG Stein
046 433 1345